.

Ik heb het al eerder geschreven. Als je eenmaal een teckel hebt gehad, dan ben je verkocht. Dan ben je teckel gek! Niemand kan uitleggen hoe het komt, maar het is een feit. Ook bij ons dus. Nadat ons eerste teckeltje zo tragisch aan zijn eind gekomen was, wilden we toch al heel snel een nieuw hondje om ons heen hebben.
Mijnheer Kerbert, een zakenrelatie die zelf bijna hond was, adviseerde ons een bezoek te brengen aan de kennel van Mevrouw Labee. Ergens in de buurt van Tilburg. Dus wij erheen op een mooie zaterdag. Mevrouw Labee bleek een alleraardigste Brabantse Mevrouw met een ongeĆ«venaarde passie voor teckels. Zij was een van de bekendste foksters van Nederland. Bijna allemaal kampioenen. Helaas waren er op dat moment geen puppy’s dus, zouden we op de wachtlijst moeten komen. Ze had nog wel een hondje van 7 maanden waar een tehuis voor werd gezocht. Door een speling der natuur voldeed dit beestje niet aan de eisen voor raszuiverheid. Het was namelijk een overbijter. In goed Nederlands: zij, -want het was een vrouwtje -, had vooruitstekende tanden. Voor de rest was het een prima hond met allemaal kampioenen als voorouders. 
Natuurlijk hebben we hem meegenomen. We hebben altijd al een zwak gehad voor de underdog. En aan papieren en diploma’s voor honden hebben we nooit veel waarde gehecht.
Het was ook weer een schattig beestje. Moeilijk, of zeg maar gerust, volstrekt niet op te voeden! Teckels zijn so wie so de meest eigenwijze schepsels op aarde en als je er dan mee begint als ze al zeven maanden zijn, dan weet je bij voorbaat al dat er van een opvoeding totaal niets terecht komt.
Dat is ook gebleken. Tobbe, want zo werd hij natuurlijk weer genoemd, maakte de dienst uit in ons gezin. Ja, zo gaat dat met teckels. Toch moesten we er altijd om lachen en werden we steeds weer door zijn gedrag vertederd.
We waren inmiddels verhuisd naar het Van Bossenplantsoen. Daar hadden we een tuin van twintig meter en dat was natuurlijk super voor Tobbe. Het was echt zijn domein en hij had een heel plezierig leventje. Jammergenoeg heeft dat nauwelijks twee jaar geduurd. Toen sloeg het noodlot weer toe. Hij kreeg kruisverlamming. Een teckelkwaal waarbij het hele achterlichaam verlamd raakt. Bij Tobbe gebeurde dat van de ene dag op de andere! Vreselijk!
We hebben het twee dagen aangekeken, maar het was niet te doen. Problemen met piesen, problemen met poepen en het ergste was nog als er achter in de tuin een kat zat. Dan stormde hij, zoals hij gewend was, op die kat af! Maar nu werkte zijn achterpoten niet meer en toch ging hij door. Dan sleepte zijn verlamde achterlijfje, door de modder die door de droogte van die zomer, knoerhard geworden was.
Het gevolg was schaaf- en brandwonden op zijn buikje, tot bloedens toe! Dat kon zo niet langer.
Van Mevrouw Labee kregen we het adres van een dierenarts die gespecialiseerd was in kruisverlamming bij teckels. Hij zat ergens in de buurt van Bergen op Zoom. Ik heb Tobbe er persoonlijk heen gebracht. De dierenarts achtte de kans op succes bij de operatie op fifty fifty.
Het dubbeltje is de verkeerde kant opgevallen, want ’s middags belde de dokter, dat Tobbe de operatie niet had overleefd.


Natuurlijk hebben we hem meegenomen. We hebben altijd al een zwak gehad voor de underdog. En aan papieren en diploma’s voor honden hebben we nooit veel waarde gehecht.
Het was ook weer een schattig beestje. Moeilijk, of zeg maar gerust, volstrekt niet op te voeden! Teckels zijn so wie so de meest eigenwijze schepsels op aarde en als je er dan mee begint als ze al zeven maanden zijn, dan weet je bij voorbaat al dat er van een opvoeding totaal niets terecht komt.
Dat is ook gebleken. Tobbe, want zo werd hij natuurlijk weer genoemd, maakte de dienst uit in ons gezin. Ja, zo gaat dat met teckels. Toch moesten we er altijd om lachen en werden we steeds weer door zijn gedrag vertederd.

We waren inmiddels verhuisd naar het Van Bossenplantsoen. Daar hadden we een tuin van twintig meter en dat was natuurlijk super voor Tobbe. Het was echt zijn domein en hij had een heel plezierig leventje. Jammergenoeg heeft dat nauwelijks twee jaar geduurd. Toen sloeg het noodlot weer toe. Hij kreeg kruisverlamming. Een teckelkwaal waarbij het hele achterlichaam verlamd raakt. Bij Tobbe gebeurde dat van de ene dag op de andere! Vreselijk!
We hebben het twee dagen aangekeken, maar het was niet te doen. Problemen met piesen, problemen met poepen en het ergste was nog als er achter in de tuin een kat zat. Dan stormde hij, zoals hij gewend was, op die kat af! Maar nu werkte zijn achterpoten niet meer en toch ging hij door. Dan sleepte zijn verlamde achterlijfje, door de modder die door de droogte van die zomer, knoerhard geworden was.
Van Mevrouw Labee kregen we het adres van een dierenarts die gespecialiseerd was in kruisverlamming bij teckels. Hij zat ergens in de buurt van Bergen op Zoom. Ik heb Tobbe er persoonlijk heen gebracht. De dierenarts achtte de kans op succes bij de operatie op fifty fifty.
Het dubbeltje is de verkeerde kant opgevallen, want ’s middags belde de dokter, dat Tobbe de operatie niet had overleefd.