.

Na de Hollandse Herder had ik het wel gehad met honden. Tot dusver alleen maar kommer en kwel! De hond van Opa Kootje doodgereden. Onze eerste teckel, pal voor mijn ogen onder een auto gekomen. De tweede teckel die kruisverlamming kreeg en de operatie niet overleefde en tenslotte de herder. De herder die we weg moesten doen, omdat hij niet te vertrouwen was met andermans kinderen. Hoewel het toch een schat van een hond was. Nee hoor, dat was te veel voor me. Dus ik had bedacht: “Een hond is leuk, maar geen hond is ook leuk”. Tot dusver hadden we alleen maar verdriet gehad! Maar behalve dat, was er nog iets. We hadden toen een vreselijk druk leven. Als je dan een huisdier hebt, moet je daar toch eeuwig rekening mee houden. Moet er altijd iemand zijn die op de hond past, als je weg moet. Het is en blijft voortdurend een hele zorg! Dus voor mij voorlopig echt geen nieuwe hond!

Dat dacht ik tenminste. Maar het liep anders. Waarschijnlijk doordat ik het altijd druk druk druk had, merkte ik pas na verloop van tijd, dat er weer een hond bij ons in huis was. Dit keer een langharige, black en tan teckel. Een bijzonder knap hondje. Een echte lady, heel slank, met een prachtig glanzende vacht. Hij deed mij denken aan dat charmante teckeltje in die tekenfilm van Walt Disney.
Hij kwam uit een manege in de buurt van Gorinchem, was ruim een half jaar oud en hij (hij was een zij) had de sprookjesachtige naam: Xantha van het Lingebos. Hij is van meet af aan Emmy´s hond geweest. Door dik en dun. Zelfs onze kinderen kregen maar weinig aandacht van hem. Teckels hebben nu eenmaal een onvoorspelbaar eigengereid karakter.
Ik kan er verder kort over zijn. We gedoogden elkaar, maar tot een echte liefdesrelatie is het nooit gekomen. In al die jaren niet. Voor Xantha telde alleen Emma. Die droeg hij op handen, maar de rest van de wereld liet hem koud.

Eigenlijk was het een heel gemakkelijk hondje, waar je helemaal geen last van had. Het was de tijd dat we in Dubbeldam woonden en Xantha was zo pienter, dat hij zich zelf uit kon laten. Zodoende naaide hij zijn eigen naadje. Hij zorgde er voor nooit op te vallen, maar hield alles wel heel goed in de gaten.
Als we gingen varen had je ook nauwelijks hinder van hem. Behalve dan van zijn grootste hobby. Dat was met zijn lijf ronddraaien in de resten van een dooie vis. Hij vond er altijd wel een in de Biesbosch. Als hij daar dan heerlijk in had liggen spartelen, dan hield hij zich een paar uur gedeisd. Tot wij in slaap waren gevallen. Dan sloop hij naderbij en sprong hoepekee, zo bij ons in de kooi en schurkte zich behaaglijk tegen ons aan. Het liefst nog naast ons op het hoofdkussen.
Xantha heeft het zeventien jaar met ons volgehouden. De laatste maanden was het tobben geblazen. Met ruim 17 jaar was hij natuurlijk hoog bejaard en kreeg allerlei kwaaltjes. Waaronder heel zielige aanvallen van epilepsie. Tenslotte kon het zo niet verder en heeft de dierenarts er een eind aan moeten maken.

De geplaatste foto´s zijn niet echt van Xantha. Die was nog veel mooier. De plaatjes zijn van kampioenen die ik van het internet geplukt heb.
--